Spring naar content

Faculteit Natuur en Techniek Hogeschool Utrecht

Vervolg tekst

 

Al vanuit de trein springt het nieuwe gezicht van de Faculteit Natuur en Techniek (FNT) van de Hogeschool Utrecht in het oog: een opvallende glazen gevel met betonnen kruizen onthult een in felrood en wit uitgevoerd grand café, waarvan de met lampen getooide lantaarnpalen de show stelen.

Dit is het resultaat van de vernieuwingen die de faculteitsgebouwen in het noordelijk deel van het Utrechtse centrum hebben ondergaan. Het bestaande complex uit de jaren vijftig en zestig aan de Oudenoord 700 was sterk verouderd en derhalve niet aantrekkelijk voor nieuwe studenten. Het gebouw moest de filosofie van de HU uitdragen: open, transparant, uitnodigend en een etalage voor plezier in techniek.

Daartoe plaatste Inbo Architecten een nieuwe vleugel, waarin auditorium, ontvangstbalie en studievereniging en projectruimtes op de verdiepingen  zijn ondergebracht, die met grote glaspartijen en het grand café het gebouw opent naar de straat. De nieuwbouw en het gerenoveerde deel zijn met elkaar verbonden via een hal, die uitkomt op de voormalige binnenplaats. Door deze te overkappen met glas is een driehoekig atrium ontstaan, dat de schakel vormt tussen alle gebouwdelen. De hieraan gelegen laboratoria en practicumlokalen en het restaurant achterin, maken het voor studenten de ideale plek om te werken, te eten en elkaar te ontmoeten. Het gonzen van activiteit wordt versterkt door de zichtbare mobiliteit op de open trappen naar de eerste verdieping en op de galerijen.

 

Informele vrije sfeer met veel kwaliteit en aandacht voor de studenten

Ex Interiors, door Inbo uitgenodigd en geselecteerd door de HU,  het interieurontwerp te maken, heeft in dit hart een werkplaatsachtige sfeer gecreëerd, als in een kunstenaarsatelier. Stalen stellingkasten, waarop werkstukken kunnen worden getoond, scheiden de ontmoetingsruimte van de werkbanken, die weer een uitloop zijn van de practicumlokalen. Blikvangers zijn verplaatsbare en afsluitbare kisten van ‘underlayment’, die als mini-ateliers fungeren voor kleine groepen studenten. De materialisering en de sobere kleurstelling, die refereert aan de tinten op de bestaande (vroegere buiten)muren van baksteen en bruin gespikkeld beton, zorgen voor een neutrale ruimte die de leerlingen zich eigen kunnen maken.

Op de onderwijsvloeren, verspreid over een oude en de nieuwe vleugel, keren de houten kisten terug, dit keer als spreekkamers met een glazen wand die uitkijken op het atrium. Aan de overkant werken de docenten in grote, vrij indeelbare ruimtes langs de buitengevel. Voor de docenten betekende de verbouwing een omschakeling naar een nieuwe manier van werken: van kamers en afgesloten lokalen naar flexwerken en projectmatig onderwijs in open ruimtes. Kasten scheiden de werkplekken van elkaar, terwijl subtiel bruin marmoleum en extravagant gedessineerd tapijt gang en werkruimte markeren.

Ook op de tweede verdieping keert de artisanale uitstraling terug, dankzij twee meter hoge, zelfdragende massief houten wanden die de open vloer in kleinere projectruimtes verdelen. Doordat ze niet aansluiten op gevels of plafonds blijven de horizontale zichtlijnen ononderbroken. In sterk contrast met deze ambachtelijk ogende basis en het industriële betonnen casco staan de extreem decoratieve groepswerkplekken naast de kernen.

Het zijn deze elementen waarin de hand van Ex Interiors te herkennen is: met enkele kleine ingrepen veel aan kwaliteitsbeleving winnen. De kernen op de verdiepingen zijn van bruine of zilveren parelmoerverf voorzien, schoolmeubilair is geheel wit gekozen en designkrukjes aan fraaie ronde tafels in het atrium tonen de studenten dat er aandacht is besteed aan hun omgeving.

Daarnaast is de uitnodiging van Ex tot het uiten van creativiteit en expressie met zichtbaar plezier opgepakt door de studenten, die zich de verhuiskisten hebben eigen gemaakt door er muziekinstallaties en versiering in aan te brengen en de stellingkasten te vullen. Samen met de in het zicht gelaten installaties en karakteristieke details van het bestaande gebouw heeft het geheel een onmiskenbare technische identiteit.

Belangrijkste verdienste van Ex is echter dat haar ontwerp de bouwkundige vernieuwingen van Inbo zodanig aanvult dat er een informele, vrije sfeer is ontstaan, die het gebouw opwaardeert van school tot universiteit.

 

Tekst Marit Overbeek voor de Architect